De Krekerij en Joy Bugs: de Hollandse grasshopper is een echte topper!
Jeugdvrienden Sander Peltenburg en George Brandenburg begonnen in 2016 met hun bedrijf Burgs Foods. Onder de naam De Krekerij maken zij vleesvervangers van Nederlandse krekels en sprinkhanen voor de horeca, om daarmee een bijdrage te leveren aan de eiwittransitie. Dit doen zij samen met Joy Bugs, een Zuid-Hollandse insectenkwekerij gerund door Eysbrand Rozendaal, Peter Stam en Pieter van de Minkelis. In een unieke samenwerking met voedseltechnologen en chefs ontwikkelen zij eiwitrijke voedingsproducten op basis van insecten. De Krekerij en Joy Bugs zijn sinds kort proeftuin van de Zuid-Hollandse Voedselfamilies.
Sander Peltenburg van De Krekerij legt uit: “Vlees is gemakkelijk te bereiden, goedkoop en voedzaam. Maar om de groeiende wereldbevolking te voeden, hebben we nieuwe en vooral ook duurzamere bronnen van proteïne nodig. Krekels en sprinkhanen zijn een perfect alternatief voor gewoon vlees”. Voor de productie van een kilo krekelvlees is 5 keer minder voer, 10 keer minder land en bijna 1.500 liter minder water nodig dan voor een kilo rundvlees, terwijl het volgens de ondernemers minstens net zo voedzaam is. In Europa zijn we het echter niet gewend om insecten te eten. Daarom experimenteert deze proeftuin met de verwerking van krekels en sprinkhanen tot voedingsproducten die we in het westen wat makkelijker accepteren, zoals burgers en borrelhapjes. Peltenburg vindt het lidmaatschap van de Voedselfamilies waardevol: “Dankzij hen kennen we partners die mee kunnen sparren over zaken als het optimale voedsel voor de insecten en de verwerking van restproducten.”
Hans Koot, Transitiemanager Duurzame Landbouw over De Krekerij: “Deze proeftuin overbrugt barrières tussen wetenschap, overheid en bedrijfsleven. Als provincie zijn we niet gewend aan dit soort jonge, wendbare startups, maar het is een reuze interessante wisselwerking. Met de Voedselfamilies proberen wij pioniers een stap verder te brengen door ze met kennispartners in contact te brengen. En wij leren weer van elke hobbel die zij tegenkomen. Dit brengt ons nieuwe inzichten over de praktijk van duurzame landbouw. Wij blijven deze stappen in de eiwittransitie met veel belangstelling volgen!”