Terugblik op De Grote Voedselversleiding
Als Voedselfamilies Zuid-Holland nemen we alle delen van het voedselsysteem onder de loep. We brengen verschillende perspectieven, de feiten en persoonlijke ontmoetingen bij elkaar. Op 18 januari 2024 de laatste bijeenkomst uit de serie Voeding & Gezondheid.
Hoe werkt de grote voedselverleiding?
Gezond eten gaat niet zolang we aan gemak verslaafd zijn.
Samen met ca. 70 leden van de Voedselfamilies onderzochten we hoe kan het dat we zoveel moeite hebben met gezonde voedselkeuzes? Hoe worden we daarin verleid? Wie bepaalt eigenlijk wat we eten? Conclusie – kort door de bocht:
-
Veel voedselgedrag is onbewust, en daarmee heel sturend.
-
De supermarkt verleidt ons, en kan niet anders, want we zijn aan gemak verslaafd.
-
Gezondheid is veel meer dan eten alleen. Het is sociale verbinding, cultuur en een kwestie van vaardigheden. Tuinbezoek als doktersrecept…!
Bart Fischer(7BFT) nam ons mee in het denken van supermarkten. Hij schetst waarom het voor een supermarkt – vanuit de supermarkt gezien – vrijwel onmogelijk is niet aan de grote voedselverleiding mee te doen. Er is namelijk sprake van een zichzelf versterkend mechanisme: supermarkten sturen op omzet. Ze geven daarom “de consument gelijk”. En zetten producten in de schappen die het leven van de consument gemakkelijker maken. De facto: makkelijk, goedkoop en lekker voor onze directe bevrediging.
Onze gezondheid heeft echter baat bij ‘ongemak’: een beetje trek af en toe, wat langer kauwen, zelf koken en wat bitterheid in de groenten. Daar kiest de consument niet voor als je hem in een smaakpanel zet. Zo is een ‘gemakverslaving’ ontstaan waarin consument en supermarkt elkaar gevangen houden. Voor de supermarkten is het moeilijk om uit deze houdgreep te stappen: de marge is dun en de speelruimte gering. Een supermarkt kan, aldus Bart, eigenlijk alleen een echt gezonde voedselomgeving worden als we dat met zijn allen willen. Dat vraagt tegelijkertijd om een publieke opinie die gezondheid eist, overheden die doelen stellen en dingen verbieden èn bindende afspraken in de keten.
Roel Hermans (LeefstijlLab) liet ons zien hoe ons voedselgedrag in elkaar steekt. Net als elk ander menselijk gedrag is dat verre van rationeel. We geloven graag dat we zelf aan het stuur staan, maar in de praktijk is ons gedrag een functie van wat we weten en kunnen en van onze omgeving. Een klein deel doen we bewust, maar het grootste deel is onbewust. Je fysieke en sociale omgeving bepaalt een groot deel. Bijvoorbeeld: wat kun je in de buurt kopen? Welke reclames wordt daarvoor gemaakt? En sociale invloeden zijn: wat je vroeger thuis at, wat onze vrienden vinden van wat we eten, en wat voor zelfbeeld we hebben.
Roel zou graag zien dat deze gedragskennis in de praktijk zou worden benut om gezonde keuzes makkelijker te maken. Dan zouden we een combinatie van gedragsprikkels benutten: in de schappen zou gezond op ooghoogte liggen, er zouden motiverende apps zijn en er zou overal en langdurig aandacht zijn voor een gezonde leefstijl. Dit kan mensen helpen om (samen) over de lastige bult van gedragsverandering heen te komen en nieuw gedrag in te slijten.
Jessica Kiefte-de Jong (hoogleraar Population Health aan de Universiteit Leiden) nam ons mee in de ontdekkingen van het multi-disciplinaire onderzoeksteam van de Health Campus Den Haag. Ten eerste: Mensen zijn vatbaarder voor verandering als hun leven toch al verandert. Bijvoorbeeld de geboorte van een kind of met pensioen gaan. Ten tweede: Voor blijvende verandering moeten we breed kijken. Het concept van positieve gezondheid werkt daar goed voor. Positieve Gezondheid is een benadering van gezondheid die niet de ziekte, maar een betekenisvol leven van mensen centraal stelt. Het laat zien dat gezondheid altijd meerdere kanten op werkt: Je hoeft niet te beginnen bij wat je in je mond stopt, maar je kan ook beginnen te werken aan een betere mentale gezondheid als je mensen wil helpen om betere voedselkeuzes te maken.
Gemeenschapstuinen waar mensen samen tuinieren en elkaar ontmoeten laten zien hoe goed dit werkt. Op zo’n plek zijn de verschillende elementen van positieve gezondheid aanwezig en met elkaar verbonden, bijvoorbeeld de mogelijkheid om te tuinieren, te koken of samen te eten. Deelname aan een gemeenschapstuin leidt tot een hogere groente en fruitinname, toename van voedselvaardigheden en meer sociale binding. In Ontario en in Denver schrijven artsen daarom deelname aan dit soort plekken voor op recept.
In groepen werd enthousiast doorgesproken over al deze informatie. Vooral de manier waarop je mensen positief kan verleiden sprak tot de verbeelding en leidde tot nieuwe verbindingen en inzichten voor de praktijk van de Voedselfamilieleden.