Blog 1 Polderen 3.0: Cranberry’s telen in de Krimpenerwaard
Deze maanden bezoekt Voedselfamilies-Kwartiermaker Patrick Kaashoek i.h.k.v. het project Polderen 3.0 diverse pionier-initiatiefnemers in de polder. Hij doet dit samen met andere polderpioniers zodat er een mooie interactie kan ontstaan. Lees hier alle blogs.
Hoe overleeft een bessenboer tussen melkveehouders en natuurbeheerders?
Om er te komen is al een hele tour… De Cranberry Company heeft haar velden goed verstopt in de polder. Net voor Gouderak rijd ik de dijk af, de diepte van de polder in. De weg is smal, passeren onmogelijk. Na 500 meter mag ik niet verder. Vandaag ben ik echter bestemmingsverkeer, dus rijd ik door op twee geasfalteerde sporen die officieel fiets- en wandelpad zijn. Verbaasde en soms licht geïrriteerde blikken van wandelaars trotserend. Op een gegeven moment houdt de verharde weg op, ik moet over het veen verder. Meer polder wordt het niet…
Dan arriveer ik bij Bart Crouwers, cranberry boer. Bart is zijn avontuur vijf jaar geleden begonnen. Hoewel geen boer van huis uit, en de zestig gepasseerd, werd hij gegrepen door de cranberry. Eerst wilde hij vooral anderen enthousiast maken voor deze fantastische teelt. Toen bleek dat de melkveehouders hem glazig aankeken en zich afvroegen of hij gekke henkie was, ging Bart het zelf doen. ‘Ik wil laten zien dat dit kan.’
Zo geschiedde. 18 hectare en een half miljoen euro verder, na wat strubbelingen met de Provincie Zuid-Holland en Zuid-Hollands Landschap over ‘bestemming natuur’ en de pachtcondities, begint hij in 2017. Hij poot 40.000 planten. Waarvan een derde intussen het lootje heeft gelegd. Het eerst jaar blijven ze bijna onzichtbaar. Zo goed als overwoekerd door het gras. Bart heeft de mogelijkheid om het waterpeil te sturen. Dan kan het ‘s winters hoog staan. Dat vindt de cranberry geen probleem. Het gras houdt er niet van, en gaat dood.
Al met al is het is een strijd om het bestaan. Sinds eind vorig jaar weet Bart dat het gaat lukken. De bodem verbetert. De planten slaan aan. Ze bedekken de bodem steeds meer. De eerste oogst van 80 kilo is van het land gehaald.
De teelt is iets voor luie boeren. Je hoeft maar drie maanden per jaar hard te werken. De rest heb je vrij. En het verdient op 10 hectare beter dan een melkveehouderij met 125 koeien op 60 hectare. In ieder geval op papier. Maar eerst moeten de cranberry’s volwassen worden. Dat duurt vijf tot tien jaar. Tot dan is het hard werken en weinig verdienen.
Bart is de enige serieuze cranberry boer in Nederland, en biologisch. (Ik wist het niet, maar de meeste cranberry’s die we in Nederland eten komen uit Canada of de VS. Ook die ‘van Terschelling’.) Afzet vinden is makkelijk. De vraag is groot. Bio-groothandel Eosta wil ze graag kopen.
Naast de opbrengst voor de bessen, stopt de teelt de bodemdaling, en kan het helpen bij de stijging van de bodem – op lange termijn. De teelt tast bovendien het open landschap niet aan… Cranberry struiken zijn namelijk bodembedekkers. Van een afstand zie je ze ook niet. De leek ziet ‘natuur’. De melkveehouder onkruid.
Ik ben geïnspireerd door deze man.
Morgenavond komt LTO Krimpenerwaard bij Bart op bezoek, met een paar mensen van de NAJK.