“Als de mest nog stinkt, dan valt er wat te winnen”
Ook bij de melkveehouderij is de vraag #hoedan? Theo Mulder en Jan Duijndam waren daar donderdag tijdens onze Oogstbijeenkomst heel duidelijk over: de biologie is de basis en daar is nog heel wat te winnen.
“Als je koeien voert, dan voer je eigenlijk de microben in hun pens”, vertelt Theo Mulder. “En dat maakt de koe enorm belangrijk voor de bodem. Je wilt de bodem voeden met die bacterieën. En die zitten alleen in koeienmest.”
De bodem biedt ook in de melkveehouderij een interessante basis en perspectief voor de toekomst. Door de biologie in de bodem te voeden met goede mest kan je stikstof en CO2 binden en beter water opvangen en vasthouden.
“Als mest stinkt, dan moet je je afvragen hoe het beter kan. Vroeger zaten er organisch gebonden voedingsstoffen in mest. Maar we wilden sneller opneembare voedingsstoffen, met als gevolg veel ammoniak en weinig organisch voer. We moeten toe naar betere mest.”
Jan herkent dit en koos ervoor zijn koeien te voeren met gras uit natuurgebieden. Dat levert hem dubbele winst op: minder kosten aan input én een vergoeding voor het natuurbeheer. Biologie en ondernemen gaan goed samen. Hoeve Biesland levert vervolgens een grote hoeveelheid vaste mest aan lokale plantentelers.
Met de (bodem)biologie kan nog veel meer: minder input zonder dat de productie direct achteruit holt. Door slim te kijken naar je hoe je bodem nog optimaler kan functioneren, krijgt het hele melkveesysteem een boost.