Skip to content

Onderweg in de wondere waterwereld van Holland

Verslag van de bijeenkomst op 22 januari 2019

Inleiding

Met de aanwezigen hebben we een reis gemaakt in de wondere waterwereld van Zuid-Holland. Het idee was om zoveel mogelijk verschillende stakeholders rond de vernieuwing van de landbouw en de wateropgave bij elkaar te brengen.

De intentie van de bijeenkomst was: bestaande netwerken en partijen/mensen die bezig zijn met wateropgaven i.c.m. vernieuwing van de landbouw (+ bodemdaling + biodiversiteit) versterken om dat te bereiken wat ze willen. We willen een lerende context creëren voor de mensen in Zuid-Holland die aan (iets wat lijkt op) het Waterpark werken.

(Daarnaast vonden wij het tof als dit op termijn zou leiden tot een nieuwe ontwikkellogica (MET het water). Verder zou het mooi zijn als we tot realisaties komen van dingen die nu nog ideeën zijn.)

De aanwezigen waren vooral ondernemers, provincie-mensen, gemeente-mensen, ondernemende burgers, en kennisinstellingen. Door de sneeuwbuien hebben we verschillende stakeholders van waterschappen, gemeenten en banken node gemist…

Inspiratie voor het Zuid-Hollands Waterpark

Hans Schouffoer en Paul Plambeck hebben ons meer inzicht gegeven in het idee van het Nationaal Waterpark en de kansen en uitdagingen die daaraan verbonden zijn. Li An Phoa triggerde ons om met andere ogen naar mogelijke invullingen van de wateropgave te kijken.

Hans Schouffoer, geestelijk vader van het Nationaal Waterpark

Het Waterpark is een idee om om te gaan met de gestelde klimatologische, sociaal-maatschappelijke en economische uitdagingen in het polderlandschap. Met andere woorden: een waterrijke invulling van een nieuw groen gebied verdienmodel waarin voedselproductie, waterbeheer, recreatie én landschapsbeheer een belangrijke rol spelen.

Hans ziet kansen in veengebieden in waterrijke omstandigheden, waarbij het boerenbedrijf nevenactivitetien ontwikkelt om zo tot een nieuw verdienmodel te komen. Kansen liggen in samenwerkingen en creatieve oplossingen, waarbij de overheid stimuleert en niet initieert. Denk aan teelt van andere gewassen, het opzetten van een B&B, vergadercentrum, zorgboerderij en samenwerken van meerdere boerenbedrijven in coöperaties en met (nieuwe) ketenpartijen.

Paul Plambeck, landschapsarchitect en veenweidekenner en -ontwikkelaar

Paul heeft ons de uitdagingen van en mogelijke oplossingen voor de wateropgave in Friesland laten zien en vertaalde deze naar de provincie Zuid-Holland. Zo zien we uitdagingen rond het creëren van een optimale combinatie van een houdbaar watersysteem, natuur en landbouw. Uit zijn onderzoek blijkt dat een rendabel boerenbedrijf kan bestaan naast maatregelen om bodemdaling en nadelige gevolgen voor het klimaat te voorkomen. Boeren moeten dan wel hun bedrijf en verdienmodel  aanpassen om even rendabel te blijven. Bijvoorbeeld door een zelfvoorzienend circulair systeem te bedenken, samen te werken met andere partijen of nieuwe gecombineerde verdienmodellen te verzinnen.

Dat het Waterpark haalbaar is in onze provincie, werd met enthousiasme ontvangen door de aanwezigen.

Li An Phoa, inspirator, initiatienemer DrinkableRivers.org

Li An nam ons mee naar buiten het besneeuwde polderlandschap in. Ze daagde ons uit om op een andere manier na te denken over onze watergerelateerde dromen en te verwoorden wat we nodig denken te hebben om deze te realiseren. We vertelden elkaar eerst twee aan twee over onze gedachten. Daarna schouder aan schouder in een grote kring.
Li An vertelde over het nomadische bestaan dat zij al 13 jaar leidt en de kansen die op haar pad komen. Door je eigen weg te bewandelen, ontstaan dingen vaak zonder dat er al een gedetailleerd plan is, vertelde ze uit ervaring. Door te kijken naar wat je nodig hebt en dat te mobiliseren, gaat datgene dat je doet vliegen. 

Haar vragen triggerden de aanwezigen om eens anders naar hun dromen, vraagstukken en blokkades te kijken en bleken voor sommigen een extra duwtje in de rug om de volgende stap te gaan zetten in hun plannen.

De praktijk van het Waterpark in wording

5 casussen: VIC/natte teelt, Kagerplas, cranberries, zilte teelt en landbouwinclusieve natuur.

We hebben geluisterd naar en geleerd van verschillende ondernemers:

  • Erik Janse: ervaringen opgedaan bij het VIC/natte teelt in droge tijden
  • Bert van Leeuwen: gebiedsontwikkeling rond de Kagerplas
  • Hubrecht Janse: zilte teelt
  • Bart Crouwers: cranberryteelt
  • Marijtje Mulder: idee/onderzoek grondgemeenschap (‘CSA’) voor ontwikkeling landbouwinclusieve natuur

De deelnemers hebben uit de casussen veel geleerd over hoe initiatieven in de praktijk concreet werken, en waar ze tegenaan lopen. De ondernemers hebben in het presenteren van de casus en middels de feedback ook ‘food for thought’ gekregen waarmee ze zich verder gaan ontwikkelen. Vaak zitten de ontwikkelpunten meer in het veranderen van je eigen perceptie of rol dan in het verzinnen van een andere oplossing…

Veel inhoudelijke input uit de casussen is verwerkt in het inspiratie-verslag, zie hieronder (in bijlage). Het verslag is bedoeld ter inspiratie en is zeker niet volledig.

Afsluitende gedachten

Wat de deelnemers opviel:

  • Droogmakerij
    De rol van de droogmakerij in de watersysteem en het waterbeheer is duidelijk in beeld gekomen. Om droogmakerijen droog te houden moet er continue gepompt worden, omdat er water uit de omliggende veenweidegebieden de droogmakerij binnenkomt. Dat vraagt in veenweiden gebieden om constante toevoer van water om het peil op peil te houden.
  • Transitie
    Het gaat eigenlijk niet om (bedrijfs)opvolging (neemt de volgende generatie het boerenbedrijf over?), maar om transitie (op welke manier creëren we überhaupt toekomstperspectief voor het boerenbedrijf?). Een verschuiving dus van het frame waardoor we kijken naar deze ontwikkeling.
  • Faciliteren
    Het is nodig om de beweging en de transitie te faciliteren. Het komt niet vanzelf (vanuit de direct betrokkenen) tot stand.
  • Concreet ook door bijdragen in de vorm van een pool van programmamanagers bijvoorbeeld (om de benodigde competenties beschikbaar te maken)
  • Enthousiasme creëren bij de noodzakelijke supporters in de subregio’s (bijvoorbeeld de Krimpenerwaard)
  • Het werken aan de wateropgave/Waterpark heeft begeleiding nodig op provincieniveau in de vorm van het creëren van kansen:
  • Maak het mogelijk en zorg dat bij betrokkenen het grotere verhaal in beeld komt/blijft.
  • Door middel van het faciliteren van processen en het (helpen) zaken meer collectief te organiseren en te doen.

Deze aanpak brengt iets nieuws!

Wat de deelnemers opviel in het programma/proces van deze middag:

  • De combinatie van abstract en visionair denken en concrete casussen is zinvol. Daar willen de deelnemers meer van.
  • Erg prettig dat de ondernemer aanwezig is en centraal staat! (En dat moet ook zo zijn…) Aan slag gaan met de casus vanuit het perspectief van een ondernemer/boer, maakt het vraagstuk zichtbaar voor de cirkel van stakeholders eromheen.
  • Er is openheid, wat leidt tot vertrouwen, inzicht en inspiratie.
  • Leerzaam, snel en efficiënt om met deze groep bij elkaar te zitten. Uitspreken van ideeën en/of wensen leidt vrijwel direct tot verbinding en actie!

Bijlage
Inspiratie voor realisatie Nationaal Waterpark

Hoe denken de deelnemers van de Waterpark-sessie dat het Nationaal Waterpark gerealiseerd kan worden? Kort gezegd: bottum-up. Vanuit boeren met de hulp van samenwerkingspartners, geïnspireerd door ideeën van andere ondernemers en disciplines, en onder leiding van een aanjager die de eerste enthousiastelingen meekrijgt.

Tijdens de sessie hebben we met elkaar ingrediënten geïnventariseerd en suggesties aangedragen, die we in ons voordeel kunnen gebruiken als we het Waterpark willen realiseren. Onderstaande lijst is niet volledig en dient als inspiratie.

  1. Geschikt gebied
    Gebieden met een wateropgave en waar de agrariër met uitdagingen kampt, lijken geschikt voor het Waterpark idee.
  2. Boeren
    De ondernemer moet centraal staan in de ontwikkeling van het Nationaal Waterpark.

    Uitdagingen:
  • Boerenbedrijven verdwijnen:
    Het Waterpark valt of staat met de boer. Omdat de boer drager is van het landschap, moeten we de boeren in het gebied zien te houden. Dat wordt bemoeilijkt doordat op termijn boeren moeten stoppen met het boerenbedrijf. Ze kunnen het werk niet meer doen door hun leeftijd of ze hebben simpelweg geen opvolger.
  • Actie ondernemen:
    De verwachting is dat boeren moeite hebben om tot actie te komen. Veel agrariërs zijn gefocust op het eigen bedrijf en het in de lucht houden van alle ballen, waardoor vanuit het eigen bedrijf wordt geredeneerd. Stappen richting een ander verdienmodel en het Nationaal Waterpark idee zijn daardoor geen eerste prioriteit.
  • Zekerheid:
    Bij het overwegen van een ander verdienmodel heeft de ondernemer zekerheid en perspectief nodig.

Kansen:

  • Bij bedrijfsopvolgers zit de toekomst, ook al zitten ze wellicht nog onder de vleugels van hun ouders. Wat is hun visie op het gebied? Dat gaan faciliteren en kijken of er iets gemeenschappelijks is dat kansen biedt.
  • Zijn er ook andere opvolgers te vinden in plaats van kinderen van boeren? Bijvoorbeeld asielzoekers of stedelingen door bijvoorbeeld het pachten van een stuk grond.
  • Samenwerking van kleine versnipperde bedrijven in een coöperatie.

Boeren/grondeigenaren vragen om hun grond in te brengen tegen een tegenprestatie of financiële vergoeding

  1. Op regionaal gebied een fijnmazige onderlaag a la voedselfamilies creëren waardoor informatie uitgewisseld kan worden in een omgeving met korte lijnen en vertrouwen.
  2. Partners
    Samenwerkingspartners zoals andere boeren, grondeigenaren, wet- en regelgevers en het waterschap zijn nodig om met de boer een nieuw verdienmodel en afzet- en productieketen mogelijk te maken.

Uitdagingen:

  1. Betrokken partijen zien het integrale belang niet. Hoe kom je daar?

Kansen:

  • Gebieden aan elkaar koppelen, waardoor nieuwe samenwerkingsverbanden mogelijk worden.
  • Voedselfamilieleden inzetten als bestuurlijk ‘breekijzer’.
  • Draagvlak bij bestuurders zoeken door ze een oogstdeelname aan te bieden.
  • Aansluiting zoeken bij bestaande initiatieven. Welke potentie hebben we in verbinding met elkaar?
  • Uitzoeken waar je plan oplossingen biedt aan diverse vraagstukken die leven in een gebied/ gemeente.
  • Vanuit het gemeenschappelijke belang kijken naar mogelijkheden in tegenstelling tot het individuele belang, waarbij de betreffende partijen elkaar informeren en van ideeën blijven voorzien.
  • Experimenteren met de omgevingswet, waardoor meer flexibiliteit mogelijk is.
  1. Ideeën:
    Er zijn ideeën nodig om te komen tot een nieuw verdienmodel/bedrijfsmodel en nieuwe afzet- en productieketens.

Uitdagingen:

  • Een haalbaar verdienmodel is cruciaal. Experimenteren is vaak op kosten van de boer; het is zijn risico. Dat maakt het komen tot een nieuw verdienmodel/ bedrijfsmodel hoogdrempelig.
  • Ondernemers willen weten wat de prognose is. Er is behoefte aan zekerheid over verdienmodellen, maar ook over het polderpeil.

Kansen:

  • Best practices uit andere provincies op een rijtje zetten en delen door de betreffende ondernemers te laten vertellen over hun ideeën en ervaringen.
    Bijvoorbeeld tijdens zogenaamde landschapstafels, bedrijfsbezoek of een een soort handelsmissie.
  • Onderzoek naar nieuwe vormen van landbouw (qua gewassen) en nieuwe verdienmodellen waarbij creatief met grondeigenaarschap en samenwerking wordt omgegaan. Bijvoorbeeld gecombineerde verdienmodellen zoals een zorgboerderij.
  • Bestaande systeem zelfvoorzienend en circulair maken.
  1. Aanjager:
    Er is behoefte aan een ambassadeur of aanjager die oog heeft voor het gemeenschappelijke belang en de betrokkenen enthousiasmeert en meekrijgt.

    Uitdaging:
  • Er is voorzichtige aandacht voor ideeën rond het Nationaal Waterpark en het daarvan belang wordt ingezien, maar het wordt niet verder opgepakt door de ondernemers.

            Kansen:

  • Een gebiedsmakelaar die het integrale belang bij alle boeren en overheden goed over bühne kan brengen, zou een oplossing kunnen zijn. Iemand die het potentiële toekomstperspectief aantrekkelijk neer kan zetten, die in mogelijkheden denkt en voldoende autoriteit heeft en vertrouwen opwekt om mensen mee te krijgen. Als het lukt om de eerste enthousiastelingen en de middengroep mee te krijgen, dan krijg je impact.
  1. Faciliteiten, kennis & onderzoek:
    Er is behoefte aan wet- en regelgeving die initiatieven faciliteert in plaats van tegenwerkt, maar ook aan kapitaal, kennis en verder onderzoek. 

    Kennis & onderzoek:
  • Onderzoek naar haalbaarheid van verdienmodellen
  • Onderzoek naar nieuwe vormen van landbouw (andere gewassen) en nieuwe verdienmodellen, waarbij creatief met grondeigenaarschap en samenwerking wordt omgegaan.
  • Onderzoek naar mogelijke oplossingen voor het waterprobleem. Er is zoet water nodig voor het waterpark. Waar haal je dat vandaan om al die natte teelt te voeden? Hebben we dat water wel?

Faciliteiten:

  • Ruimte krijgen om samen te experimenteren in de vorm van kapitaal/subsidie, omstandigheden (bijvoorbeeld omgevingswet) en grond.

Het aanvragen van een Proeftuin-status bij de Provincie Zuid-Holland zou hierbij een optie kunnen zijn.